In veel paragrafen zitten extra trainers. Het verschilt per methode en niveau welke trainers er zijn opgenomen in de online leeromgeving. Zie je een bepaalde trainer niet in het paragraafoverzicht, dan is die niet opgenomen in dat niveau of die paragraaf.
Met deze extra trainers kunnen studenten zelfstandig oefenen, zonder dat er een cijfer aan vast hangt of een docent mee kan kijken. Ze kunnen deze trainers dan ook zo vaak maken als ze willen.
Rekentrainers
Wanneer je de trainer opent, krijg je de vragen die bij dat onderwerp horen. Studenten kunnen de opdrachten zelf nakijken en krijgen aan het einde van de trainer te zien of ze het onderwerp voldoende beheersen.
De voortgang van de trainer kan een student linksboven zien in zijn scherm:
Wanneer een leerdoel voldoende is afgerond wordt de voortgang verder ingevuld, dit wordt dus niet na iedere vraag bijgewerkt.
Begriptrainer en Woordtrainers
Bij deze trainer oefenen studenten woorden of begrippen via kaartjes. Bij flitskaarten betreft het altijd een begrip en een beschrijving. Bij de woordtrainers betreft het een woord en de vertaling. Die kan worden gegeven als tekst, maar ook als audiofragment. Op die manier leren studenten ook de uitspraak.
Vanuit de studentlicentie krijg je de bovenkant van de kaart te zien en raadt de student wat er op de achterkant staat. Is het antwoord goed? Dan verdwijnt de kaart uit de stapel. Heeft hij het antwoord fout? Dan krijgt hij de kaart later nog een keer.
Let op: het verschilt per niveau of er begriptrainers zijn opgenomen in de online leeromgeving.
Zie je de begriptrainers niet, dan zijn die er niet voor dat niveau en/of onderdeel.
Als je de kaarten opent vanuit de docentlicentie zie je meteen de voor- en achterkant van elke kaart naast elkaar. Bovenaan zie je hoeveel kaarten in de stapel zitten.
Bij de Begriptrainer betreft het altijd een begrip en een beschrijving.
Vanuit de studentlicentie zie je hetzelfde, maar dan zie je steeds één kant van de kaart tegelijkertijd:
Het werkt als volgt:
- Bekijk de kaart.
- Bedenk wat er op de achterkant kan staan.
- Draai de kaart om en controleer of je het antwoord dat je hebt bedacht goed is.
- Heb je het antwoord goed? Klik op het groene vinkje. Dan verdwijnt de kaart uit de stapel. Heb je het antwoord fout? Klik op het rode vinkje. De kaart komt dan later nog een keer terug.